|
|
|
|
Agaat-camee: De triomf van keizer Constantijns op zijn rivaal Maxentius in 312 na Chr.
Ccollectie: Rijksmuseum van Oudheden
|
|
|
DE TECHNIEK VAN HET GLASSLIJPEN EN GLASSNIJDEN
Slijpen is een algemeen begrip in gebruik bij de bewerking van allerlei materialen met een ruw oppervlak om het glad en effen te maken of de vereiste vorm te geven. Het begrip slijpen wordt in het Nederlands afwisselend gebruikt voor het snijden, slijpen, schuren of polijsten en door deze verwarring van algemene en specifieke begrippen is het glasslijpen alleen bruikbaar bij technieken die het glas afwerken.
Lapidary, Engels voor het edelsteenslijpen, zie www.enchantedlearning.com/jewel/glossary
Schuren is een algemeen begrip voor de bewerking van materiaal met een ruw middel als zand, puimsteen of schuurpapier om het schoon, glad of glanzig te maken. Glasschuren in relatie tot het glasslijpen heet het voorslijpen en in relatie tot het glas doorsnijden en versnijden het zomen en kanten.
Polijsten, poleren of polieren is een algemeen begrip waarbij door een fijne wijze van slijpen of schuren iets glad en glanzend wordt gemaakt. Glaspolijsten is het door fijnschuren glad en glanzend maken van een glasoppervlak. NB: Vuurpolijsten of blanksmelten is het opnieuw verhitten van een voorwerp waarbij het gezandstraalde, geperste, gesneden of geslepen object weer een glad en doorzichtig oppervlak krijgt. Omdat deze techniek geen koude, mechanische bewerking is, zal deze samen met het zuurpolijsten of glanspolijsten in een ander artikel worden besproken. Zie ook de techniek van het Glasetsen.
Graveren is een algemeen begrip voor het met een scherp gereedschap ‘krassen’ van een figuur, voorstelling of patroon in een vlak materiaal. Koper- en hout(snij)gravures zijn afdrukken op papier met de gravure als drukvorm. Glasgraveren (Engels: engraving, Duits: gravieren) is het aanbrengen van een gravure door middel van een stift, diamant of klein koperwieltje (Engels: engraving lathe) die het glas oppervlakkig aantasten. Op die bewerkte plaatsen wordt het glasoppervlak ondoorzichtig, blind of mat. Deze laatstgenoemde technieken worden in de techniek van het Glasgraveren beschreven.
Een diepere gravure maken in glasobjecten gebeurt met een rad of groter koperwieltje in een draaibank (Engels: tag lathe van intaglio), instrumenten dus die het glas diep wegsnijden en deze techniek heet bij voorkeur -analoog aan het aanbrengen van diepe een gravure in steen of hout of het steen- en houtsnijden- glassnijden.
NB: Vitrografie of glasdrukken is een vorm van diepdruk waarbij in een glasplaat de gravure wordt aangebracht door etsen, graveren of zandstralen en zo de drukvorm is geworden. Deze techniek wordt in de techniek van Vitreografie beschreven. >
Snijden is een algemeen begrip voor het insnijden of het doorsnijden van een materiaal met een mes of ander scherp voorwerp.
Bij het glassnijden gebeurt dat met een koperwieltje met slijpmiddel, het profiel van een rad of elk ander scherp gereedschap als boor, stift, vijl, frees, zaag of mes. Deze gereedschappen worden ingezet om op bepaalde plaatsen het glas hoe dan ook weg te halen en worden niet gebruikt om hun specifieke mogelijkheden als bijvoorbeeld het boren of frezen van een gat. Gesneden glas wordt dus niet genoemd naar het gereedschap of de specifieke technieken die bepaalde delen van het te bewerken glas weghalen, maar naar het resultaat van diep ingrijpen in het materiaal. Verwarrend bij dit begrip is dat in de Nederlandse taal het snijden van glas door een glasslijper geslepen glas oplevert. In alle andere talen (Engels: cut, Duits: Schneiden) heet het snijden van glas gesneden glas. Vaak wordten deze beeldsnijtechnieken gecombineerd met het weghalen van glas met een beitel, hamer of ander slagwerktuig dat beeldhouwen heet. Samen heten zij de glyptische technieken.
NB: Het afsnijden en versnijden van vlakglas met een glassnijder met stalen wieltje of diamant is het ‘inkrassen’ van het glasoppervlak om het af te breken. Deze techniek wordt in een ander artikel beschreven.
|
|
Posted 14 April 2016
|
Share this:
|
|
Om deze dubbele betekenissen beter te ordenen kunnen we spreken van:
het glasslijpen dat staat voor alle afwerkingstechnieken en
het glassnijden dat staat voor alle beeldsnijtechnieken die een object of vlakke plaat decoreren of sculptureren (Engels: glass carving) en er zijn twee hoofdgroepen:
- de cameetechnieken die diep in het glas ingrijpen maar het figuur in hoogreliëf op het glas laten staan en
- de intagliotechnieken die figuren in het glas als diepreliëf snijden.
NB: Bij omgekeerd intaglio (Engels: reversed intaglio) bekijk je het glasobject niet van de bewerkte zijde maar het reliëf zie je door het dikwandige glas heen.
|
|
|
|
|
Jan-Willem van Zijst & Angela van der Burght: Jelling stone, 1996; ink-jet on canvas, glass shards grinded sandpaper, copper lack painted
|
|
|
|
|
|
Al deze bewerkingstechnieken komen voort uit het bewerken van schelpen en steen. De Maya’s bewerkten bijvoorbeeld flint of vuursteen tot rituele voorwerpen en in Bohemen en Silezië -waar een overvloed aan edelsteen en bergkristal te vinden was- heeft het snijden en beeldhouwen een lange traditie. Bij het bewerken werd het teveel aan steen weggenomen met hamers en beitels. Grotere stukken werden gekerfd, gespleten en gebroken. Fijnere vormen werden bewerkt door een koperdraad met nat zand zolang op en neer te trekken, dat deze draad in de steen sneed. Het snijden gebeurde ook met stalen messen, stiften, boren, beiteltjes en met een koperen wieltje met olie en slijpmiddel. Holle voorwerpen werden uitgeboord., door de Egyptenaren reeds in de 3de eeuw voor C bij steen en obsidiaan. Pas in de 12de eeuw werd het mogelijk ronde voorwerpen zoals bijvoorbeeld lenzen uit bergkristal, beril (gebruikt voor de eerste brilglazen) of kwarts te vervaardigen. Natte zandsteen als gemodelleerde slijpvorm schuurde grof de vorm, dan werd de steen op een houten houder gelijmd en weer met water en fijner zandsteen geslepen. Was de gewenste vorm bereikt, dan werd deze gepolijst door het over een loden paneel met steenstof en daarna op een geitenvel met nog fijner steenstof en spuug te wrijven. Vlakke platen werden van de steen gezaagd met een watergekoelde zaag. Al deze technieken worden nu -maar dan wat geavanceerder- bij het glassnijden en glasslijpen -vooral dat van het kristalglas- nog steeds gebruikt. Een glasfabriek die in deze veredelingstechnieken is gespecialiseerd wordt een raffinaderij genoemd. Een glasslijper heette bij de Romeinen een diatretarii.
Via frezen wordt tegenwoordig uitsparingen uit vlakglas gehaald
|
|
The Great Cameo of France. Five-layered sardonyx cameo, Roman artwork, second quarter of the 1st century AD
Creative Commons
|
|
|
|
In 1676 vond George Ravenscroft in Engeland het loodglas uit wat het kwetsbare Venetiaanse sodaglas Cristallo kon vervangen. Onder de naam flint glass gebruikte hij eerst kiezelsteen en potas voor het gemeng. Dit materiaal ging als ballast van de schepen naar Amerika mee en werd daar aan de glasfabrieken verkocht. Toen deze combinatie niet succesvol bleek, werd het potas vervangen door loodoxyde en het kiezelsteen door zand. Tot het einde van de 19de eeuw werd al het glassnijwerk gedaan met hand- of wateraangedreven raderen en lagen de slijpers van kristallen steentjes plat op hun buik om het ruwe kristal op de slijpwielen te bewerken. Grotere glashutten en -fabrieken gingen daarna al snel over op stoomturbines die een centrale as aandreven. De snijder, graveur en slijper konden hier met hun eigen gereedschappen een plaats huren en hun gereedschap via een poelie met aandrijfriem met de centrale aandrijfas verbinden. Door het gebruik van stoomturbines werden de machines krachtiger, sneller en regelmatiger. Het Boheemse kristalglas bevatte geen lood en was veel harder waardoor het snijden in hoogreliëf of diepgravure als techniek nog verder kon worden ontwikkeld. De slijpschijven met geprofileerde kopse kanten of profielen konder nog dieper in het glas grijpen. De glyptische eigenschappen van glas beheersen de Tsjechen tot op de dag van vandaag als geen ander. Nu heet al het glas met meer dan 10% loodoxydes loodkristal (Engels: half crystal), dat van 30% of meer hoogloodkristal of Kristal Superieur (Engels: full crystal). Kristal zonder lood vervaardigd (minder als 1%) heet kristalglas. De Europese Commissie zal de Deense wet om helemaal geen lood in drink- en eetserviezen te gebruiken na 2000 invoeren.
|
|
HET GLASSLIJPEN
Afwerken- bewerkingstechnieken van het glasoppervlak
Glas en kristal kunnen na het vervaardigen worden afgewerkt met een schuur-, slijp- en polijstschijf (horizontaal) of rad (verticaal). Bij holglas neemt de slijper na het afspringen, afsnijden of afzagen van de glaskap (aanhechting blaaspijp) het object stevig in zijn handen en manoeuvreert het op de schijf en tegen het rad waarbij tijdens het draaien een schuur- of slijpmiddel en water als koeling gebruikt wordt. De werker kan zittend (onderhands) of staande (bovenhands) werken. De verschillende schijven/raderen kunnen afhankelijk van de techniek en het hanteren van het glas het vlakglas, holglas of volglas voorslijpen (Duits: Vorreissen), vlakslijpen, holslijpen, rondslijpen of bijvoorbeeld deurplaat-, facet-, halfrond- of kwartrond slijpen. Op de aandrijvende as kunnen de schijven/raderen verwisseld worden. De verschillende stadia verlopen altijd van grofschuren naar hoogglanzend polijsten: eerst wordt er grof voorgeslepen of geschuurd en steeds wordt de volgende schijf met slijp- of polijstmiddel zachter en fijner. Zo bestaat bijvoorbeeld voor het vlakslijpen van een voet van een wijnglas bij het boetseren of grof voorslijpen de schijf uit metaal met nat Carborundum, bij het tailleren (holslijpen van het stavlak of fong) uit een zandstenen slijpvorm en water. Daarna wordt het glas gepolijst en fijngepolijst met kurken en vilten schijven. Modernere slijpmachines hebben diamantschijven variërend in grof- en fijnheden. Gekoeld met water of speciaal koelmiddel zijn zij het snelste en het luidruchtigste. Ook kleine handmachines werken met verwisselbare schijven en ze zijn goed manoeuvreerbaar en op locatie te gebruiken. Verwisselbare pats die magnetisch hechten op de metalen schijf kunnen na slijtage weer opgewerkt worden met nieuwe diamantkorrel-bekleding.
NB: Spiegelglas werd gemaakt van mondgeblazen cylinders en gegoten bladen die op een grote metalen schijf werden bevestigd voor het slijpen en polijsten. Dit spiegelglas was wegens zijn vlakheid ook het halfproduct voor het vervaardigen van spiegels (zie verder het artikel Venster- en spiegelglas).
|
|
Randbewerkingen zijn het zomen (het slijpen van een rand) en kanten (het afhoeken van een kopse kant). Horizontale of verticale bandslijpmachines hebben een gesloten band die continu rondloopt. Handmatige bandschuur- en vlakschuurmachines kunnen vlakglas schuren, slijpen en polijsten met bijvoorbeeld nikkelgebonden diamant op flexibel fiberglas. Een schuurpat, -blokje en wetsteen worden nat of droog handmatig gebruikt voor het zomen en kanten van vlakglas zodat alle scherpe snijranden veilig zijn bij het verdere hanteren. Computergestuurde frees-, zaag, slijp- en polijstmachines handelen deze techniek in een machine in een continuproces af. Ieder object is ingevoerd in het computerprogramma en de maten en hoeken van bewerken worden automatisch ingesteld. Een waterstraalmachine (Engels: water-jet) snijdt en slijpt de snede in één keer door de grote kracht van het water met slijpmiddel.
Slijp- of polijstmiddelen bestonden lange tijd alleen uit scherp zand en omdat in natbewerkingen dit zand minder gevaarlijk voor de longen was als bij de stoffige droge bewerkingen zoals het zandstralen, werd het nog lang gebruikt. De middelen worden gekozen op hun hardheid. Zo heeft diamantpoeder een hardheid van 8000 en silica een van 800. Vóór het gebruik van Carborundum, Electro-corundum en Urundum (aluminiumoxides) gebruikte men Pumice, vulkanische as uit Sicilië of vergruisd natuurlijk glasschuim of puimsteen; Tripoli een soort zand; Rouge een fijne ijzeroxide; Ceti-rouge een mengsel van ceriumoxide en ijzeroxide en Zirconium een mengsel voor het fijnpolijsten dat bestaat uit tin en magnesiumoxide en Ceriumoxide voor het zeer fijnpolijsten. Fredrich Mohn’s schaal van hardheid wordt niet meer gebruikt. Glas heeft een hardheid van 5.5
tussen het zachtste mineraal talk met hardheid 1 tot de diamant met hartheid 10. Nu worden de testen van Vickers en Brinell gebruikt waarbij ook wordt gemeten hoe diep die diamant van een bepaalde vorm onder een bepaald gewicht in het te testen materiaal ligt.
|
|
Sculptureren- bewerkingstechnieken voor driedimensionale vormen
Het sculpturale gesneden glas, waarbij het snijden niet als decoratie maar als een beeldende techniek wordt gebruikt, wordt vervaardigd uit brokken volglas en optiekglas of zeer dikwandig holglas. De ‘sculpturen-in-het-rond’ zijn vrijstaand en 3-dimensionaal. Door middel van beeldhouwtechnieken als het hakken, kappen, beitelen en kerven en de snijtechnieken met draaiend werktuig als slijpschijven, zagen, boren, frezen en drevels wordt het glas, gelaagd vlakglas, optische glas of kristalglas bewerkt en de sporen die de kunstenaar in het glas achterlaat zijn zijn handschrift. Het polijsten, etsen of zandstralen zorgt bij deze glazen sculpturen vaak voor een groter contrast tussen hoogglanzende en matte partijen. Moderne glaskunstenaars gebruiken machinaal handgereedschap als graveermachientjes, slijpwieltjes, boren en stiften voor het snijwerk. Zo ontwikkelden Kristian Klepsch en Edward Leibovitz op flexibele slangen gereedschappen uit de diamantindustrie en de tandartsenwereld. Het boren, zagen, water-jet en frezen zullen als glastechnieken in andere artikelen worden beschreven.
|
|
|
|
Pracht & precisie. Kleine meesterwerken in steen
én in glas!
15/12/2015-1/12/2016
Eeuwenoude kleurrijke kostbare ‘gesneden stenen’ schitteren momenteel in het Rijksmuseum van Oudheden in de tentoonstelling ‘Pracht & precisie’. Ze zijn voorzien van een gegraveerde afbeelding en vanaf de oudheid gebruikt als zegel, sieraad en amulet. Ook van glas zijn de mooiste exemplaren gemaakt.
Hoewel de naam anders doet vermoeden, zijn de ‘gesneden stenen’ niet alleen van steen gemaakt. Ook schelp en glas leenden zich goed voor de snij- en graveertechnieken van de steensnijders, die sinds de oudheid slechts weinig zijn veranderd. Gemmen en cameeën van glas waren al in de Romeinse tijd een populair, betaalbaar alternatief voor kostbare stenen en in latere tijden een geliefd verzamelobject. Vaak werden ze gedragen in een ring.
Door verhitte glaspasta in een mal te drukken en het gieten in een mal werden in ateliers hele reeksen met populaire mythologische voorstellingen, keizerportretten of dieren gemaakt. Glazen gemmen zijn gemaakt in de mooiste kleuren, ook in kleuren die in natuursteen niet bestaan.
Mesopotamische rolzegels, Egyptische scarabeeën, Romeinse sierstukken en pronkcameeën vertellen in de ‘Pracht & precisie’ de verhalen over de kunstenaars die ze maakten, de eigenaren, liefhebbers en verzamelaars. U ziet er meer dan 100 voorbeelden uit de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden.
Zie Agenda Glass is more!>
|
|
Victoria glassteen, ©Collectie Rijksmuseum voor Oudheden
|
|
|
|
|
|
|
|
|