Dit is het achtste deel van een reeks van elf waarin de Nederlandse kunstkritiek in dag- en weekbladen en in vaktijdschriften volop in de schijnwerpers staat. In deze reeks worden enkele honderden kritieken en journalistieke teksten over beeldende kunst voor het eerst integraal gepubliceerd. Kunstkritiek in Nederland 1885-2015 biedt inzicht in wat de Nederlandse kunstkritiek heeft voortgebracht en wat het karakter ervan was en is.
Met 29 kunstkritieken, ingedeeld in de hoofdstukken Engagement in de beeldende kunst, Grensvervaging tussen beeldende kunst en design en In de greep van het geld, gaat de lezer in dit boek door de tijd en de veranderende wereld met de veranderende visies op vorm en inhoud, context en functie die hun weerslag hadden binnen de kunstkritiek. Ik las het boek in één keer uit want de discussie wat nu autonome kunst is en wat design, wordt hierin compact op een rijtje gezet.
Met illustraties van werk gerelateerd aan de bijbehorende teksten, biografieën van kunstcritici, een selectie geraadpleegde literatuur en een personenregister beveel ik dit boek warm aan voor eenieder die betrokken is bij kunst en vormgeving. Maar ook bij het onderwijs, want kritisch zijn en dit verwoorden raakt uit de mode terwijl duiding binnen de stijlen en stromingen zoals Neoconceptuele kunst, Neo-pop, Cradle to cradle, Idealistic design, Eco design, Deconstruction, Biomorfisme, High-tech, de Sociale kunsten, Food design, Mode, Digitale kunst, DIY en 3D-copying, Multimediakunst, Interventie, en Re- en Upcycling meer dan noodzakelijk is. Want hoe kijk je naar kunst zoals gepresenteerd tijdens bijvoorbeeld Manifesta 11 in Zürich of Sonsbeek ’16 transAction in Arnhem zonder kunstkritieken te lezen?
Angela van der Burght