YOUNG MASTERS
European Graduates ’08 – ’13
6/10/2013 – 16/3/2014
Welkomstwoord tijdens opening 5/10: Veronique CAERTS Schepen van Toerisme en het GlazenHuis, Lommel
Officiële opening:
Ilse VAN ROY Co-curator YOUNG MASTERS / MAD Faculty, Hasselt
HET GLAZENHUIS
Dorp 14b
B-3920 Lommel, België
+32 (0)11-541335
www.hetglazenhuis.be
Het verlaten van de sokkel
De tentoonstelling Young Masters is gegroeid uit gesprekken over hoe een instituut als Het Glazen huis een waardevolle plek kan zijn binnen de wereld van de beeldende kunsten.
Met andere woorden; hoe kan het glazen huis de erg diverse wereld van de hedendaagse kunst tonen en een platform zijn ter ondersteuning van artistiek talent?
Hieruit groeide het idee om een tentoonstelling te realiseren met een kwaliteitsvol en representatief overzicht van jonge afgestudeerde ‘masters’ uit de Europese academische kunstopleidingen.
Het uitgangspunt was helder: we willen de grote diversiteit waarbij glas als artistiek medium wordt gebruikt tonen. Meer nog dan een zuiver materiële benadering van het medium waren we geïnteresseerd in realisaties waarbij glas zowel visueel als conceptueel wordt ingezet.
Dit betekent dat naast objecten, juwelen en sculpturen ook video’s en installaties evenals schilderkunst en fotografie in aanmerking kwamen.
We hebben gezocht naar kunstenaars die via hun oeuvre getuigden van een eigenzinnige visie, zij die de platgetreden paden durven te verlaten en de clichés die er bestaan op een bewuste manier doorbreken of juist gericht inzetten.
Door de hervorming van de kunsthogescholen tot Academische opleidingen met bachelor en masters wisten de meeste opleidingen zich heruit te vinden en zijn ze gegroeid tot boeiende onderzoeks-platformen.
Onderzoeks-platformen waar jonge kunstenaars niet alleen leren hoe ze als een ambachtsman met hun handen een beeld kunnen opbouwen, maar ook hoe ze vanuit een kritisch onderzoekende houding waarde en bestaansrecht weten te creëren voor de beelden die ze ontwerpen.
Vragen waar ze zich mee moeten uiteenzetten zijn bijvoorbeeld;
Hoe gaan we vandaag om met het beeld?
Wat doen we met de verworvenheden van de 20ste eeuw? Verworvenheden zoals Rodin die de beeldhouwkunst bevrijdt van haar sokkel en daaropvolgend kunstenaars als Richard Serra, nu toch ook al vijftig jaar geleden, die de ruimte rondom het werk evenzeer deel laten uitmaken van het kunstwerk.
Maar evenzeer; Hoe gaan we om met het discours rond vakmanschap? In hoeverre is vandaag een benadering enkel vanuit het materiaal of de techniek nog relevant?
De 11 geselecteerde kunstenaars formuleren elk op hun manier een antwoord op deze en andere vragen.
Martina Strunsky onderzoekt met haar werk het sublieme. Op een erg poëtische manier confronteert ze ons met het onbevattelijke, met onze tot mislukking gedoemde pogingen om de wolken te vangen.
“Killing Time” van Ramona Seyfarth stelt ons ambivalent gedrag in vraag met betrekking tot de tijd. De installatie kwam tot stand door de bijdrage van verschillende collega’s. Ze zet glas in om ons te doen nadenken over onze daden en de consequenties ervan.
Judith Röder creëert een spanningsveld tussen de materialiteit en het ontastbare aan de hand van architecturale installaties en fragmenten.
Ook Lore Langendries gebruikt bestaande industriële artefacten als basis voor unieke objecten.
Het conflict tussen traditie en innovatie, tussen het machinale en het manuele, tussen het unieke en het seriematige staat centraal.
Peppa Ivanova plaatst dan weer de beleving van de toeschouwer op de voorgrond.
Het kunstwerk toont een mogelijke manier waarop licht onze perceptie van ruimte kan manipuleren en veranderen. In het verlengde hiervan toont Marc Barreda zijn video met reflecties waarbij hij tracht de ervaring van het onvatbare te materialiseren.
De 2 dieprood gekleurde glasplaten van Jesse Magee lijken in eerste instantie te verwijzen naar de abstract expressionistische schilderkunst. Bij nader inzien wordt echter duidelijk dat de reflecties van de omgeving een cruciaal element vormen van het werk.
Giorgios Kontis is één van de kunstenaars die op de uitnodiging is ingegaan om een werk te realiseren op maat van de plek. Met zijn monumentale ingreep op de grote glaspartijen bevraagt hij de fundamenten van de schilderkunst. Ook de kunstenaars Marie De Bruyn, Niels Vaes en Daan Gielis zijn de uitdaging aangegaan om in dialoog te gaan met de toch wel zeer specifieke architectuur van het GlazenHuis.
Marie De Bruyn toont ons dat de tentoonstellingsruimte ook werkt als een vitrine, ze maakt met haar ingreep duidelijk dat het GlazenHuis ook een ‘buitenzijde’ heeft en plaatst daarmee de tentoonstelling in de stedelijke ruimte.
Zoals bij de meeste werken van Niels Vaes deconstrueert hij de omgeving om ze vervolgens op zijn manier terug op te bouwen. Hier werd de centrale toren aangepakt, virtueel afgebroken en daarna op een eigenzinnige manier weer opgericht.
Ook Daan Gielis speelt. Hij zet elementen in van subculturen en kitsch, maar evengoed ontdekken we aspecten van het modernisme.
Ironie is nooit veraf,
toch zou het te eenvoudig zijn om het werk van Daan af te schilderen als enkel een slim spel met verwijzingen.
De eigenzinnige beeldtaal die hij ontwikkeld heeft is daarvoor te weerbarstig en te complex.
Ik denk dat we hier samen een erg gevarieerde en mooie tentoonstelling hebben kunnen bouwen.
Ik wil dan ook graag in de eerste plaats alle kunstenaars bedanken voor hun bijdrage… het GlazenHuis voor de openheid en de moed om dit experiment aan te gaan, Jeroen Maes in het bijzonder. Dank!!!
Ook Frederic Geurts wil ik bedanken voor de discussies, het scherpe oog, de kritische reflecties en de begeleiding tijdens de opbouw van de tentoonstelling.
Ilse Van Roy, 6 oktober 2013