F.P.J. Peutz 1896-1974 Romantisch Rationalist
In de BONAS-reeks is onlangs in het Glaspaleis in Heerlen een boek gepresenteerd over architect F.P.J. Peutz (1896-1974) van de auteurs Rosa Visser-Zaccagnini en Harry Broekman.
De reeks, die inmiddels 56 titels omvat, bestrijkt het hele spectrum van ontwerpdisciplines dat zich richt op de gebouwde omgeving: (interieur)architectuur, stedenbouw en tuin- en landschapsarchitectuur.
Frits Peutz, wiens Glaspaleis in Heerlen (1936) tot de belangrijkste 1000 bouwwerken van de 20ste eeuw wordt gerekend, is voor velen vanwege dat ontwerp een ware modernist, die de ontwerpopgave rationeel benaderde. Peutz’ affiniteit met uitingen van het Nieuwe Bouwen, zoals de Van Nelle-fabriek in Rotterdam (1925-1931), is helder. Toch hanteerde hij in zijn ontwerpen een geheel eigen idioom zoals bij zijn woonhuis aan de Oude Lindestraat in 1931: moderniteit met eigen toevoegingen. Bij de bouw van zijn kerken was Peutz veelal gebonden aan de stringente regels van zijn opdrachtgevers, maar hij realiseerde wel één van de eerste betonkerken (Moeder-Annakerk in Heerlen), wat hem in traditionele kringen op kritiek kwam te staan. Ook schreef Peutz regelmatig in de vakbladen en kwam daarbij diverse malen in aanvaring met de behoudende redactie van het Katholiek Bouwblad. De tegenstrijdigheden in zijn werk maakten hem moeilijk plaatsbaar, voor tijdgenoten, maar ook in de architectuurgeschiedschrijving. Pogingen hem in het vooruitstrevende dan wel traditionele kamp te trekken liepen stuk op de ‘onzuiverheid’ van zijn uitingen.
Rosa Visser-Zaccagnini (*1944)
Rosa Zaccagnini, geboren in Rome en opgeleid als architect, kwam in 1969 naar Nederland. Later studeerde zij aan de Universiteit Utrecht kunstgeschiedenis met specialisatie architectuurgeschiedenis en publiceerde diverse artikelen, waaronder over het omstreden paviljoen over de Ara Pacis in Rome van Richard Meier en de restauratie van het Abdijcomplex in Middelburg. Verder inventariseerde zij het werk van P.L. Kramer en A.A. van Hemert. In de BONAS-boekenreeks schreef zij het boek over rijksbouwmeester G.C. Bremer.
Harry Broekman (*1947)
Harry Broekman werkt als sociaal wetenschapper en docent bij diverse overheids- en onderwijs-instellingen, met participatie, bestuurskunde en sociaal beleid als aandachtsgebieden. Daarnaast doet hij onderzoek naar interieurarchitectuur onder meer door de inventarisatie van het archief van A. Bueno de Mesquita. In de BONAS-reeks was hij co-auteur van het boek over interieurarchitect Elmar Berkovich.
Het prachtige boek in oblong-formaat beschrijft het leven en werk van Frits Peutz, de Nederlandse architect die in 1896 werd geboren in Groningen. Rosa Visser-Zaccagnini beschrijft in klare taal hoe Peutz’ ster in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw in Limburg opkwam en hoe hij in de jaren vijftig een landelijk gewaardeerd architect werd. Een ieder die zijn Glaspaleis in Heerlen kent, snapt hoe zeer dit modehuis in die tijd indruk moet hebben gemaakt door zijn moderniteit en klare lijn. Een gebouw transparant met licht overgoten ruimtes en ongebruikelijke materialen oogt na de restauratie van 1997 tot 2003 nog steeds verbazend modern. Het boek volgt in de tijdlijn Tweede Wereldoorlog en naoorlogse periode zijn ontwerpen en gebouwen en de positie die Peutz innam tussen zijn vakbroeders. Een eigenzinnige man, die net als de Duitse architect F.A. Breuhaus per se geen Modernist wilde zijn en elke nieuwe opdracht opnieuw bestudeerde, die geen kans voorbij liet gaan om zijn kritiek te uiten. Op het fijne papier met tekeningen, foto’s en plattegronden van woningen, kerken, fabrieken, ziekenhuizen en scholen is alleen al de beschrijving van Het Modehuis Schunck/Het Glaspaleis te Heerlen de moeite waard; maar ook over de Schouwburg Heerlen en de Jan van Eyck Academie in Maastricht bijvoorbeeld is het interessant om te lezen hoe de gebouwen in de loop der jaren zijn verbouwd. Ook interessant zijn de voorstellen die het niet haalden om te worden uitgevoerd, tekeningen en bestekkenlijst die de auteur dankzij Anne-Lies van Oeffelt-Minkels in handen heeft gekregen.
Een verrassing voor mij zijn de glas-in-loodvensters in de Emmauskerk in Den Haag uit 1956, zo’n gebouw waar ik zelf al een halve eeuw langsrijd, maar nu zeker ga bekijken.
Angela van der Burght