Als iedereen via Twitter zijn mening kwekt, is iedereen criticus. Voorwerpen en onderwerpen verworden tot achtergrond van een Selfie en Facebook de dagelijkse bevestiging van dat we nog leven. De website www.leren.nl van internetuitgeverij Applinet geeft gelukkig advies in de vorm van cursussen: Regels voor het geven van kritiek en Omgaan met kritiek.
De NRC van 17/3/2015 schonk hieraan aandacht in het artikel De terugkeer van de publieke schandpaal, waarin Ellen de Bruin beschrijft hoe via Twitter carrières worden gesloopt met als conclusie dat we beter niet onaardig zijn en de column van Jan Kuitenbrouwer van 22/3/2015 beschrijft hoe we korte, hapklare stukken lezen maar zeggen dat er te weinig longreads zijn.
In het artikel Verbitterde schilder wenste zijn critici dood, doet Sandra Smallenburg verslag van de schilder R.B. Kitaj die dacht dat critici zijn carrière sloopten.
Wat is dat toch met kritiek? Waarom verdraagt men het steeds slechter?
Reinier Kist geeft een direct antwoord met het boek van hoogleraar Erin Meyer, The Culture Map, uit 2014 met de stelling dat er op de wereld nauwelijks een vreemder volk te vinden is dan de Nederlanders: we zijn lomp, veel te direct en we hebben een serieus autoriteitsprobleem.
Met deze overdenkingen begon ik het boek Kunstkritiek als exact vak? - De kunsthistoricus als criticus 1960-2005, te lezen. Wat mij meteen opviel was dat in de genoemde soorten critici niet die van kunstdocenten wordt genoemd. Wat overigens niet vreemd is, want er is weinig wederzijdse belangstelling tussen wetenschap en kunstopleidingen of leraaropleidingen beeldende kunsten. Als oud-docent heb ik zoveel mogelijk kritieken over tentoonstellingen en kunstenaars gelezen, zoals ook genoemd in dit boek zoals het Museumjournaal, De Gids, in kranten als de NRC, Vrij Nederland, De Groene, Haagse Post, later Metropolis M, Jong Holland en Openbaar Kunstbezit e.d. maar nooit echt bewust of die kritieken wetenschappelijk verantwoord waren of door een selfmade critici waren geschreven.
Zeer interessant is te lezen hoe de ontwikkeling van kunstkritiek van personen als Fuchs, Tegenbosch en Jaffé, naar Beeren en Haks van feiten/subjectief verslag, be- en veroordelen, kijken/zien, beschrijven, bespreken, het kijken omzette naar taligheid/semiotiek, mentaliteit en kunstenaarsbedoelingen verliep. Hoe daarna de kunsthistorische critici uit het zicht verdwenen door de invloed van de media, de kunsthandel en beurzen, de journalisten en PR- en perspersonen.
Laurence Scherz schrijft in haar column in Kunstkritiek 2.0: “Het lamento over de teloorgang van de kunstkritiek is intussen bekend. De commercialisering van de kwaliteitskranten heeft van hun cultuurbijlagen infotainment gemaakt: ‘oppervlakkige journalistiek in een aantrekkelijke, verkoopbare verpakking’, zo noemt Rob Wijnberg het in zijn boek De nieuwsfabriek. Recensies dienen daarbij vooral als verdoken publiciteit voor wie sowieso al opvalt, of voor wie adverteert. ‘De onafhankelijke kunstcriticus die zich niets aantrekt van de markt, bestaat niet meer’, concludeerde critica Anna Tilroe in november 2012 op het symposium I am for an art criticism that... in het Rotterdamse museum Witte de With.”
Lees verder in het digitale Tijdschrift voor Cultuur en Kritiek rektoverso.be/artikel/kunstkritiek-20 hoe de column aanspoort tot nieuwe vormen.
Voor mij is het niet echt interessant of een kritiek door een échte (of serieuze, zoals het boek schrijft) criticus wordt geschreven, want als alleseter, als immers eeuwig kritische kunstdocent en als participerend criticus wil ik kunst, design en architectuur in een breder sociaal en cultureel verband kunnen plaatsen en een beeldende taal ontwikkelen om over visuele zaken te kunnen communiceren. Voor mij is gefundeerde kritiek altijd een compliment. Fijn dus als universiteiten kunstcritici opleiden, maar zoals de auteur van dit boek en Kunstkritiek 2.0 concluderen: “We moeten leren omgaan met de nieuwe media, en ontdekken hoe we ze het beste inzetten.” en ook dát moet niet alleen ik, maar ook een universitair opgeleid kunstcriticus vooral doen!
Goed, dat de discussie met dit boek wordt opgepakt, want geweldig is het te lezen over die geschiedenis en de vijftien Nederlandse kunstcritici waarvan bijdragen als artikelen in dit boek zijn opgenomen. Met historisch beeldmateriaal een boek dat alle kunstdocenten en iedereen geïnteresseerd in kunst zouden moeten lezen. Want of je nu wetenschappelijk, praktisch, educatief of creatief bent georiënteerd, het is en blijft een fascinerend onderwerp.
Angela van der Burght
----------------------------------------
Over de serie Kunstkritiek in Nederland 1885-2015
Deze elfdelige reeks vormt een uniek naslagwerk over de begripsvorming en waardering van de moderne en hedendaagse beeldende kunst. Een zorgvuldige selectie van enkele honderden teksten van toonaangevende critici – kunstkritieken, journalistieke bijdragen, interviews en essays – biedt een breed publiek toegang tot belangwekkende kunst- en cultuurhistorische ontwikkelingen vanuit het perspectief van de Nederlandse kunstkritiek. De redactie wordt gevormd door Peter de Ruiter en Jonneke Jobse.
Reeds verschenen delen
- De terugkeer van het schilderen. Kunstkritische opvattingen over een ijzersterk medium 1975-1989 Peter de Ruiter
- De schilderkunst in een kritiek stadium? Critici in debat over realisme en abstractie in een tijd van wederopbouw en Koude Oorlog 1945-1960 Jonneke Jobse
- Verstrengeling van traditie en vernieuwing. Kunstkritiek in Nederland tijdens het fin de siècle 1885-1905 Lieske Tibbe (december 2014)
- Kunstkritiek als exact vak? Kunsthistorici als critici 1960-2005 Rogier Schumacher (maart 2015)
Te verschijnen delen
- Realisme in Nederland. Kunstkritische posities 1925-1945 Mieke Rijnders (mei 2015)
- What’s happening? Neo-avant-garde en de Nederlandse kunstkritiek 1958-1975 Jonneke Jobse en Catrien Schreuder (oktober 2015)
- Van sintels vuurwerk maken. Nederlandse kunstkritiek en internationale avant-garde 1905-1925 Marijke de Groot en Jan de Vries (oktober 2015)
- Kunst of massamedium? Fotografiekritiek in Nederland sinds 1975 Frits Gierstberg en Anne Ruygt (maart 2016)
- Kunstkritiek in een geglobaliseerde wereld. Over engagement, vervagende grenzen en de greep van de markt in de beeldende kunst 1989-2014 Annemarie Kok (maart 2016)
- Het bewegende beeld in woord. Film- en videokunst in het kunstkritische debat 1965-2010 Sander Kletter (oktober 2016)
- Naar een nieuwe opvatting van kunstkritiek. Kasper Niehaus, A.M. Hammacher, W. Jos. de Gruyter en Jan Engelman Peter de Ruiter i.s.m. Hans Ebbink (oktober 2016)